Ik heb even getwijfeld of ik dit zou delen. Maar ja, waarom ook niet? Ik kreeg gisteren of zo een E-mail van Inge Depoorter uit Aarschot over dat men weer op zoek is naar voorzitters voor de komende verkiezingen.
Men heeft bij onze teerbeminde overheid blijkbaar een heuse database aangelegd van voormalig voorzitters van verkiezingen. En inderdaad, ik ben zo iemand! Want ik heb dat eens moeten doen van de kantonrechter hier in het arrondissement Leuven. Hij had mij gevonden. Hij had mij geselecteerd. Ik was het. Ik moest het doen. Ik heb dat dan ook gedaan.
Dus stuurt Inge Depoorter van stad Aarschot mij een E-mail of ik opnieuw voorzitter zou willen zijn voor de komende verkiezing? Ja maar …
Ja maar Inge,
Er zijn tijdens mijn voorzitterschap zoveel tellingen misgelopen dat U en uw overheid het toch onmogelijk kunnen vinden dat ik opnieuw een betrouwbaar voorzitter zou kunnen zijn voor de komende verkiezingen?
Één en ander is volgens mij door mijn onbekwaamheid tot stand gekomen. Bijvoorbeeld:
Twee dronken mannen boden zich in de ochtend aan om hun taak als bijzitter te komen doen. Normaal gesproken had ik als voorzitter deze twee nozems naar huis gestuurd. Maar ik vond principieel dat ook dronken mensen een belangrijke groep vormen in onze Aarschotse samenleving. Vooral wanneer die de moeite hadden gedaan gedurende een paar uur om te voet van het café te komen (wat volgens hen toch een hele afstand was – ik denk dat het ‘De Knoet’ was, of zo – het kan ook ‘De Flater’ geweest zijn).
Dus hield ik deze twee lieden in mijn gareel.
Het valt te vermoeden dat deze twee een belangrijke contributie hebben gedaan aan de totaal foute tellingen op de formulieren die ik als voorzitter moest indienen. Want uiteraard heb ik hen de stemformulieren in de naar mij opgestuurde dozen laten tellen.
Dat vond ik als aangestelde voorzitter een gepaste taak voor deze twee dronken personen.
Nadien moesten zij aan de deur staan om de rij te bewaren. Zo kon gans Rillaar die de naam “Van …” draagt (blijkbaar wordt de achternaam van de voorzitter gebruikt om te bepalen welke mensen op zijn lijst staan) ruiken welke alcoholische dranken men in De Flater en / of De Knoet serveert.
Het was dan ook vermoedelijk mijn onbekwaamheid als voorzitter dat heeft bijgedragen tot de beslissing om deze twee totaaldebielen in hun functie te houden. Ik had ook twee andere burgers kunnen selecteren: er stonden zeker vijf nuchtere mensen te wachten in de rij daar in de vroege ochtend in Rillaar. Zij waren daar om hun burgerlijke taak op zich te nemen om door mij als voorzitter uitgekozen te worden om bv. die twee onnozelaars te vervangen.
Helaas, want ik had die nozems gekozen. Toch. Ja. Ik bleek erg principieel te zijn. Bovendien hadden zij toch een stevige wandeling achter de rug! De dronken mannen hadden dat gedaan om hun burgerplicht te vervullen. Hoe kon ik hen het plezier ontnemen om voor hun land hun belangrijke taak te mogen vervullen?
U kan dat toch niet maken dat U opnieuw zo iemand als ikzelf als voorzitter aanduidt? Wie weet wat voor randdebielen ik de volgende keer aanduid om stembiljetten te tellen?
Ik zou opnieuw de grootsten onnozelaar die zich komt aanbieden kunnen aanstellen voor ook de belangrijkere functies. Zoals bijvoorbeeld secretaris.
Dat wilt U toch niet? Dat wilt de kantonrechter toch niet?
Ik stel voor dat U in overleg gaat met de kantonrechter over mijn mogelijke tweede aanstelling als voorzitter.
De tellingen zijn ernstig misgelopen vorige keer. Neem dat toch in overweging? De verkiezing is zo belangrijk.
Nu vermoed ik wel dat men mij net wel zal willen uitkiezen voor een tweede aanstelling als voorzitter. Wat ik hier zeg beschrijft misschien net wat men zoekt?
Goed ja. Dan doen we het een tweede keer.
Ik stel voor aan de door de kantonrechter geselecteerde bijzitters van ons geliefde dorp te Rillaar, dat men zich totaal bezopen aanmeldt aan mijn kiesloket in de vroege ochtend.
Ik zal U bijna zeker aanduiden als teller en ge moogt dan den helen dag mensen die in de rij staan één voor één doorlaten. Nadat ze uw adem hebben mogen waarnemen. Zo weet iedereen hoe heel erg zat dat gij waard.